Het Groningse GVAV was in mijn jonge jaren mijn favoriete club. Ik zag vanuit ons huis het stadion aan de Zaagmuldersweg liggen. En altijd als ze thuis speelden, ging ik op zondagmiddag naar het Oosterparkstadion.

Korte geschiedenis van GVAV
GVAV – de naam staat voor ‘Groninger Voetbal en Atletiek Vereniging’ – werd in 1915 opgericht. Twee jaar later volgde een fusie met de atletiekvereniging ‘Rapiditas’. De naam werd ‘Groningse sportvereniging GVAV-Rapiditas’, kortweg GVAV Rapiditas. Nog korter: GVAV. De club kende meerdere afdelingen, met o.a. atletiek, boksen en zwemmen, maar werd het meest bekend als voetbalclub.

In 1940 werd GVAV noordelijk kampioen voetbal. En op 15 juli 1956, twee jaar na het invoeren van het betaalde voetbal, promoveerde GVAV naar de Eredivisie. Het elftal bestond in die dagen uit, ik noem enkele namen die me nu in de zin schieten, keeper Otto Roffel en de spelers Klaas Buist, Rikkert La Croix, Piet de Koe, Heiko Wolda, Johnny de Groot en Henk Meuken. Zij waren de helden uit mijn jongensjaren. In 1971 is de naam GVAV veranderd in FC Groningen. De oudere Groningers hadden moeite met die nieuwe naam. Zij spraken consequent over GVAV.

GVAV was mijn favoriete club
Ik zag vanuit ons huis het stadion aan de Zaagmuldersweg liggen. En altijd als ze thuis speelden, ging ik op zondagmiddag naar het stadion. Rond 1955 kostte een jongenskaartje 25 cent. Maar met het GVAV-pasje dat ik van mijn schoolvriendje Bert leende, kon ik voor 15 cent naar binnen. Dat scheelde dus 10 cent. Voor dat geld kon je in die tijd twee ijslolly’s kopen!

Wanneer GVAV een uitwedstrijd had, ging ik kijken bij de club met de naam Oosterparkers, die in hetzelfde stadion speelde. Een jongenskaartje kostte bij die club maar 15 cent, maar Oosterparkers speelden dan ook een divisie lager dan GVAV. Eén keer brak er tijdens de wedstijd een enorme hoosbui los. Wij stonden in de open lucht en werden klets- en kletsnat. Toen riep een van de suppoosten vanaf de tribune aan de parkzijde: ‘Kom moar hier jongens. Hier is ’t dreug!’ Ontzettend aardig van die man!

Klaas Buist, bijgenaamd ‘Neuze Buist’, woonde wat verderop, aan de West-Indische kade. Die zag je vaak op de fiets langskomen. Hij was een stoere en onverzettelijke linksback. En Henk Meuken, niet te vergeten. Als je hem op straat zag, schreeuwde je ‘Moi Henk’. En dan riep hij ‘Moi’ terug. Henk Meuken had je gegroet! Daar kon je de hele verdere dag op teren!

Herinneringen aan de wedstrijden
Voor de wedstrijd begon, schetterde altijd de mars ‘Koning Voetbal’ uit de luidsprekers. Dat was de manier om heel goed in de juiste stemming te komen. Het hele stadion werd door die muziek opgepept.

De meeste mannen rookten. Dat was toen geen enkel punt. Zo’n wedstrijd was natuurlijk spannend, je kreeg pijn in de buik van de zenuwen. Zodra er was afgetrapt, staken de supporters tientallen, honderden, duizenden shagjes en sigaretten op. Vanaf de tribunes trok er dan een enorme rookwolk over het veld. Heerlijk was dat!

Elftalfoto GVAV – competitie 1957 – 1958

Elftalfoto GVAV – competitie 1957 – 1958

Staande van links naar rechts: Joop Koops (res. keeper), Bram van der Hoeven, Gerrit Borghuis, Otto Roffel, Rem Been, Klaas Buist, Helmuth Fottner. Knielend van links naar rechts: Sep Seemann, Piet de Koe, Be Kuiper, Rikkert La Croix, Abel Alting, Piet Fransen.

En dan de wedstrijden!
Altijd was er reuring! Na een grove overtreding tegen een GVAV-speler, schreeuwde iemand uit het publiek naar Piet Fransen: ‘Piet! Piet! Piet!’ Fransen keek vragend vanuit het veld naar de schreeuwer. ‘Piet! Piet! Nummer zeuven! Nummer zeuven most hebb’n!’ Piet Fransen schreeuwde terug: ‘Wel?’ Opnieuw: ‘Nummer zeuven! Nummer zeuven!’ Piet Fransen knikte – hij had het begrepen. En binnen drie minuten werd nummer ‘zeuven’ door hem onderuit geschoffeld. Er deinde vervolgens een golf van voldoening over de tribunes.

Keeper Otto Roffel had de gewoonte tijdens de wedstrijd te ver van zijn doel af te gaan staan. Vanaf de jongenstribune werd er dan geschreeuwd: ‘Hé, Roffel! Roffel! Goa in dien kool stoan, lul!’ Otto Roffel keek verschrikt door zijn ijzeren brilletje achterom en spoedde zich terug naar zijn doelgebied. Deze perfecte samenwerking met het jonge publiek heeft veel tegendoelpunten voorkomen.

Bij een botsing op het veld bleek Henk Klunder zijn been gebroken te hebben. Het was ernstig: de wedstrijd werd stilgelegd en er werd gewacht tot de ambulance kwam. Toen het ambulancepersoneel hem per brancard afvoerde, werd er door iedereen langdurig zwijgend geapplaudisseerd. Dat applaudisseren bij bepaalde gebeurtenissen is dus niet iets van de laatste jaren.

Altijd gelazer met Ajax
Ik herinner mij dat er altijd rellerig gelazer was als GVAV tegen Ajax speelde. Er is zelfs, toen Ajax op bezoek kwam (wanneer weet ik niet meer), een incident geweest waarbij honderden mensen over de hekken klommen en het veld bestormden nadat de scheidsrechter een glaszuiver kopdoelpunt van Rikkert La Croix had afgekeurd. Echt glaszuiver: ik heb het zelf vanachter het doel van dichtbij gezien!

Uiteraard geheel per ongeluk liep ik vooraan bij de bestorming van het veld en zag hoe een volwassen kerel de scheidsrechter bij de arm greep en verontwaardigd tegen hem zie: ‘Meneer (!!), het was een zuiver doelpunt’. ‘Laat me los man!’, zei de scheidsrechter. Daarna werd de scheids ontzet door de toegestroomde politie. Het bleef nog lang onrustig in het Oosterpark.

De KNVB deelde uiteraard een straf uit aan de club: één wedstrijd moest worden gespeeld zonder jeugd op de jongenstribune (de tribune aan de parkzijde). Ik vond dat niet terecht: er waren meer volwassen kerels op het veld dan jonge jongens zoals ik. Buitengewoon kinderachtig van de KNVB vond ik dat toen en ik vind dat nog steeds.

Gemoedelijke sfeer in het stadion
Verder was de sfeer in het stadion altijd heel gemoedelijk. Er liepen tijdens de rust snoep- en koffieverkopers rond binnen het hek dat rond het veld stond. Liefhebbers gooiden geld omlaag, waarna ijsjes en marsen etc. naar boven werden gegooid.
Het was mikken, meestal ging het goed. Bezoekers op de onderste rijen gaven bereidwillig geld en bekers koffie door aan supporters die hoger stonden.

Er werden later ook broodjes met worst te koop aangeboden. ‘Geef mie ook maor!’, schreeuwde iemand van bovenaf. Vervolgens ging er een rijksdaalder naar beneden en een worstenbroodje naar boven. De man pakte het broodje aan, keek ernaar en schreeuwde luidkeels naar beneden: ‘Wel het mie verdomme an mien worst zitt’n vret’n!?’ Luid gelach op de staantribune.

En dan die keer dat de omroeper in het stadion tijdens de wedstrijd met de volgende mededeling kwam: ‘Wil de heer K. zich onmiddellijk naar het Academische Ziekenhuis, afdeling Verloskunde begeven!’ Voor de zekerheid werd het bericht nog een keer herhaald ook. Reacties bleven natuurlijk niet uit. Er steeg een hilarisch gebrul op vanaf de tribune. ‘Most opschaiten, jong!’ ‘Ken hai d’rekt weer opneis begunn’n!’ ‘Joa man, ’t is lössen en load’n!’. Ik zag zelfs de voetballers grijnzen.

Meer herinneringen aan GVAV
● Hoe er gepiest werd in de pauze van de wedstrijd: kerels stonden in een lange rij op hun beurt te wachten voor de stenen urinoir (een ontwerp van stadsarchitect Bouma, tegenwoordig zijn dat beschermde stadsmonumenten, maar toen niet als zodanig opgemerkt. Vraag: waar is deze urinoir gebleven?) maar heel veel kerels en jongens stonden ongegeneerd in de bosjes te zeiken. Vrouwen en meisjes waren trouwens zelden te zien op de staantribunes. Voor hen was er een wc onder de hoofdtribune liet ik mij vertellen.

● Als het heel erg druk was bij Ajax of Feyenoord en de kaartjesknippers bij de kassa hun handen vol hadden, kon je ongemerkt over het hek klimmen bij het hoofdveld aan de parkzijde. Dan moest je wel van 2,5 meter hoog naar beneden durven springen vanaf de bovenkant van het hek, balancerend op het prikkeldraad, om daarna door de bosjes op de jongenstribune te komen.

● Bij GVAV – EMMA in februari 1955 was de uitslag 9-0. Zelfs rechtsback Abel Alting scoorde een doelpunt. Ik vond het heel zielig voor EMMA.

● Het kwam voor dat er na de wedstrijd nog een discussie was met de scheidsrechter over een ten onrechte niet gegeven strafschop. Die strafschop werd dan soms een kwartier na afloop alsnog genomen. Daarna werd de situatie aan de KNVB voorgelegd. Maar ik heb nooit in de krant gelezen dat een doelpunt uit die strafschop heeft geleid tot aanpassing van de uitslag.

● Er kwamen veel meer toeschouwers kijken dan normaal toen Elinkwijk (of was het Blauw-Wit?) voor het eerst in de Nederlandse voetballerij een zwarte speler in het elftal had opgesteld.

● Kapper Hekman in de Nachtegaalstraat had een sigarettenautomaat aan de muur hangen. Vanaf 13.00 uur stond hij voortdurend de automaat bij te vullen. Hij mocht vanwege de winkelsluitingswet geen sigaretten verkopen in de winkel maar over het aanvullen van zijn automaat stond niets in de wet.

● Bij belangrijke wedstrijden werd op het veld vaak een dubbele rij klapstoelen geplaatst langs de staantribunes. Voetballers belandden na een sliding of duwpartij dan ook met regelmaat tussen het de klapstoelzitters, die prompt onderste boven werden gekegeld tot grote vreugde van het publiek.

● Toen onder trainer Otto Bonsema (die naast trainer van GVAV ook eigenaar was van een sportzaak) ooit een periode aanbrak dat het minder goed ging bij de GVAV, deed de volgende grap de ronde: ‘Hes’t al heurt?’. ‘Otto Bonsema begunt ’n kroeg’. ‘O, joa? Door wait ik ja niks van’. ‘Joa man – haij het al elf krukk’n’. Flauw? Ja, zeker. Maar toen was het erg leuk.

● Auto’s van bezoekers werden in de straten rond het Oosterpark geparkeerd. Meerdere keren werd in het stadion omgeroepen dat er van een geparkeerde auto nog lampen aan waren. En ook dat iemand uitgestapt was en de motor nog aanstond. Hoongelach was telkens hun deel.

● Enige jaren achter elkaar werden er, in diezelfde jaren, tijdens de zomerstop windhondenrennen gehouden op het hoofdveld van het Oosterparkstadion. Ik herinner mij nog dat een tweetal wat oudere jongens, in witte overhemden, aan een groot wiel draaiden dat de ‘haas’ voortbewoog. De windhonden startten uit een hok waarin elke hond een eigen kooi had, in een razende ren achter de ‘haas’ aan. Heel spannend! Het was toen prachtig mooi zomerweer herinner ik me.

Een nieuwe wijk op oude velden
In december 2005 werd in het Oosterparkstadion de laatste wedstrijd van de FC Groningen gespeeld. Vanaf 7 januari 2006 speelden ze in de Euroborg.

Het Oosterparkstadion werd afgebroken. Het voetbalveld en de trainingsvelden verdwenen om plaats te maken voor een nieuwe wijk, ‘De Velden’ genoemd. Die kreeg straatnamen die herinneren aan overleden Groningse voetballers van weleer. [Je moet namelijk overleden zijn voordat je naam op een straatnaambord mag worden vermeld]. Dat zijn: Jan Groningerstraat (GVAV), Tjerk Bolhuisstraat (Oosterparkers), Piet Fransenlaan (GVAV), Piet de Koestraat (GVAV) en Henk Cornelisstraat (GVAV en FC Groningen).

Eerder waren er in de Van Starkenborgh-wijk al straten genoemd naar overleden voetballers. Daar wordt de naam genoemd de legendarische keeper Tonny van Leeuwen (FC Groningen), die in 1971 bij een auto-ongeluk om het leven is gekomen; hij is maar 28 jaar geworden. Verder worden daar vermeld: trainer Otto Bonsema (GVAV), Hans Tetzner (Be Quick), Appie Groen (Be Quick), Klaas de Wit (trainer), Henk Plenter (Be Quick), Klaas Buist (GVAV) en Siebold Sissingh (Be Quick). De naam Evert van Linge (Be Quick) werd verbonden met een brug in de wijk en ook de naam van de bekende Groningse scheidsrechter Klaas Schipper prijkt op een straatnaambord.

Nagekomen berichten
Bekend werd dat op 4 oktober 2022 oud keeper Otto Roffel overleed op 95-jarige leeftijd. Roffel werd op 4 juni 1927 geboren in Gerbrand Bakkerstraat in de Groningse Oosterparkwijk. In 1947 debuteerde hij in het eerste elftal van GVAV waarvoor hij maar liefst 384 wedstrijden speelde. Een week eerder overleed Gerrit Borghuis, oud speler van GVAV en Veendam. Hij werd 82 jaar.

Er zijn niet veel spelers uit mijn jeugd nog in leven. De grote voetballers van toen zijn namen geworden uit een voorbije tijd. Maar ik heb ze in actie gezien, ik heb ze in hun glorietijd meegemaakt en ik heb jarenlang van hun spel genoten.

Ik koester de herinneringen die ik aan hen heb overgehouden.

Geraadpleegde bronnen
www.trotsvanhetnoorden.nl
www.stadionoosterpark.nl

-Nico Swart en Paul Zweverink – Het Oosterpark – Een voetbalbolwerk 1933-2005.
-Evert van Dijk en Martin Groenewold – Gelukkig hebben we de foto’s nog. Afscheid en sloop van het Stadion Oosterpark.